|
|
|
|
|
Mag het een onsje minder zijn? is de naam van de 'pilot' die A=M en Buro de Brug uitvoeren in opdracht van LTO-Noord, ZLTO en LLTB. De pilot wordt gesubsidieerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).
RCE en LTO willen kijken of met deze pilot een methode kan worden vastgesteld: voor het gestandaardiseerd inwinnen en registreren van agrarische bodem-verstoringen en hoe deze kunnen worden 'doorvertaald' naar de archeologische waarden en verwachtingen-
kaarten.
Doel hiervan? minder lasten voor vergunningaanvragers en beter kaartmateriaal. Publicaties over de pilot?
Uit de Gelderlander? klik hier
Uit Nieuwe Oogst? klik hier
Uit Bloembollenvisie? klik hier
Uit Leidsch Dagblad? Klik hier om te downloaden
Nieuwsgierig naar het rapport? Klik hier om te downloaden
In Neder Betuwe, Midden Drenthe, Teyelingen en Eersel worden de komende maanden meer dan 300 bodem-
profielen gegraven om de bodemverstoring vast te stellen.
Bodemprofiel in Neder Betuwe
Gemeenten baseren hun archeologische onderzoeks-
plicht op archeologische waarden- en verwachtingen-
kaarten. Die ligt vast in hun bestemmingsplannen: met een oppervlakte- en een dieptemaat. De kaarten zijn opgesteld om mogelijke archeologische resten maximaal te beschermen. Er is echter nooit rekening gehouden met bodemverstoringen door het landgebruik en de daarbij gekozen bodembewerking. Onterecht, zo vinden veel agrariërs.
Contra-indicaties- dat mogelijke archeologische resten misschien wel geheel of gedeeltelijk zijn vernietigd - blijven veelal achterwege. Diepploegen, frezen, diepwoelen of omzanden en het telen van bollen, asperges, bomen of fruit zijn wel op grote schaal in Nederland toegepast. Maar nooit structureel “doorvertaald” naar de archeologische waarden- en verwachtingenkaarten.
Op veel van deze kaarten zijn delen van het gemeentelijk grondgebied mogelijk ten onrechte aangemerkt als archeologisch potentieel interessant. Hierdoor is de kans aanwezig dat vergunningaanvragers, waaronder agrariërs, onnodig een onderzoeksplicht opgelegd krijgen.
Minigraver in actie tussen de laanboomteelt (Neder Betuwe)
In de pilot zal ook gekeken worden of de uitkomsten van de onderzochte percelen van toepassing kunnen zijn op niet onderzochte percelen. Met name voor gemeenten, maar ook voor agrariërs, is dit zogenaamde ‘extrapoleren’ van belang. Een gemeente zit niet te wachten op een methode of een onderzoek dat maar voor een beperkte groep agrariërs of een deel van de gemeente van toepassing is.
Gerooid en klaar voor de verkoop! Daarvoor wortelde de boom wel ca. 50 cm in de bodem
In Neder Betuwe zit het graafwerk er inmiddels op. Geo Logical uit Delft heeft 20 percelen onderzocht. Zowel boomkwekers als de gemeente zijn opgetogen dat deze pilot wordt uitgevoerd. Het geeft het bestuur en de gebruikers van de grond straks inzicht geven tot welke diepte de bodem verstoord is als gevolg van de laanboomteelt. En wat een redelijke dieptegrens is om op te nemen in de bestemmingsplannen.
Alhoewel de gegevens van de 80 bodemprofielen nog verder moeten worden geanalyseerd is één conclusie nu al te trekken. De bodem is op bijna alle onderzochte plaatsen (veel) dieper verstoord dan de 35 cm die nu in de bestemmingsplannen staat.
Een deel van het onderzoeksteam van Geo Logical
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|